
Training Signaleren en bespreekbaar maken van onveilige opvoedsituaties voor (kerkelijk) vrijwilligers.
Jaarlijks zijn binnen Nederland meer dan 120.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling. Helaas komen ze ook in de christelijke gemeente voor: kinderen die op zondag in de kerk zitten en trouw naar de jeugdclub en de catechisatie komen, maar thuis geen veilige basis hebben. Ambtsdrager, pastoraal werkers en vrijwilligers komen deze gezinnen tegen, en stelt hen voor veel vragen en dilemma’s. Hoe kun je signalen herkennen en duiden? Hoe weet ik of mijn vermoedens juist zijn? Hoe ga ik in gesprek met ouders? Moet we melden bij Veilig Thuis of maken we de situatie alleen maar erger? Hoe voorkomen we partijvorming? Tijdens een training van vier dagdelen komen de volgende thema’s aan de orde:
- Kennis over uitingsvormen van kindermishandeling
- Verantwoordelijkheid van christelijke gemeente voor aanpak en preventie kindermishandeling
- Signaleren: kunnen, willen en durven
- Handelen volgens protocol / meldcode
- Omgaan met privacy en geheimhouding
- Omgaan met eigen weerstand bij situaties van onveiligheid
- Bijbelse visie op opvoeden en gebruik van geweld binnen opvoeding
- Bijbelse visie op huwelijk en gezin
- Risico- en beschermende factoren van (orthodox-)christelijke cultuur
Deze training geeft een mooie kans voor samenwerking tussen kerk en burgerlijke gemeente. Een aantal burgerlijke gemeentes biedt subsidie voor deze training aan kerkelijk vrijwilligers. Informeer naar de mogelijkheden binnen uw burgerlijke gemeente, bijvoorbeeld bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Indien nodig helpen wij met de subsidieaanvraag.
Werkboek:
De deelnemers krijgen een reader met daarin een aantal relevante artikelen en achtergrondinformatie over genoemde thema’s.
Voor wie:
- Vrijwilligers die contact hebben met gezinnen;
- Pastorale medewerkers;
- Predikanten / ouderlingen / diakenen
- Jeugdwerkleiders
Waar:
Op elke gewenste locatie in Nederland
Wanneer:
Data worden vastgesteld in overleg met de organiserende kerk of gemeente.